Eind vorige maand stonden deze beelden in de wachtrij. Van wat april had achtergelaten op mijn netvlies. Voer voor deugddoende herinneringen. Een zondagse familiewandeling tussen de Haspengouwse appelbloesems. Nog net op tijd. Geluk én weergoden waren met ons. In overdrive zelfs, we beleefden een hoogzomerse dag in april. Als dat nog niet bestond, dan weten we vanaf nu wel beter. Zweten en puffen op de boomgaardhellingen, bijtijds wat schaduw opzoeken en zeker genoeg drinken. Water...
Zomer in april is als strovuur. Kan snel hoog oplaaien, maar vaak dooft het al even rap. Dat bleek ook zo tijdens een weekje "er-gewoon-even-tussenuit" in De Haan aan Zee. Niks meer te heet, wolken bij de vleet. Wind en af en toe wat regen. Wat mag een Belgische toerist in eigen land nog meer verlangen? En weer wandelen: doorheen de bossen, in Oostende, maar vooral langs het strand. Uitwaaien als in ver vervlogen tijden, ondertussen kijkend naar de zee, de golven, de wolken. En de strandpaal, de laatste van een uitstervend ras?
Terug thuis, eerste ochtend in de Polder. Massa's regenwater van de voorbije dag en nacht zoeken hun weg hogerop. Nevels à volonté en grijze lucht alom. Was dat al een voorteken van somberder tijden? Heb er toen niet echt bij stilgestaan. Laat liever geen doemdenken toe, maar het is een feit dat de boel er sindsdien niet aangenamer op geworden is. Hoofd boven water en de blik vooruit, met af en toe een oogje op deze rustgevende natuurfoto's. Het lost eigenlijk niks op, maar geeft me wel weer ademruimte. Opnieuw op naar mei...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten