Na een volle week blakende zon en de bijhorende hoge temperaturen, maar aangevuld met heerlijk verkoelende nachten, zijn we gisteren letterlijk in de drup geraakt. De dagtemperaturen namen een forse duik, de zon speelde verstoppertje - eerst achter wat verspreide strato- en andere cumuli, daarna boven een volgepakt grijs wolkendek - en de aangekondigde regenbuien gaven een hele dag lang present. Belgisch weer. De voorspelde onweders van hun kant toerden dan weer braafjes rond de omliggende bergen en lieten ons verder met rust. Maar het was fris, en kil en heel wat minder aangenaam dan de vorige dagen. Dan maar weer wat kleren aan, zo simpel is dat. En 's avonds naar het campingrestaurant voor een paar huisgemaakte pizza's. Wat kon ik beter bestellen dan een 'Quatre Saisons' ? Dan beseft een mens weer dat het leven niet altijd hetzelfde kan noch moet zijn en dat er af en toe uit een ander vaatje dient getapt. Ook dat heeft zijn voordelen. Bij dat 'andere vaatje' begon plots mijn euro te rollen. Kort daarna viel mijn nikkel en wist ik waarover ik vandaag absoluut verslag zou uitbrengen.
Nu zijn we vandaag en schijnt de zon alweer over onze kampeerplek. Het is 31 augustus. Toen ik mijn knorrende lijf vanochtend nog eens wilde draaien op het luchtbed stond de gsm-wekker op half negen. Tijd zat nog. Maar dan viel finaal 'mijne frank': binnen 24 uren is het weer zover, en rinkelt voor het eerst na twee maanden opnieuw de schoolbel. Hoeveel het er ondertussen zijn maakt niet uit, maar een massa kinderen en een heleboel leerkrachten beginnen morgen weer aan hun zoveelste schooljaar. Naar vaste Belgische normen zijn juli en augustus in vakantiemodus voorbij gevlogen en staat morgen een eerste hectische schoolmaand voor de deur. Voor de zesde keer al mis ik deze start. Niet dat ik het mis, ik ben er gewoon niet meer bij. Ik denk er wel iedere keer nog even aan. Even dan: aan mijn kleinkinderen die hun boekentas weer opnemen en naar school fietsen, mijn kids die nu alle drie op een of andere manier opnieuw deel uitmaken van 'het korps', aan de vele ex-collega's die er - de ene al wat enthousiaster dan de andere - weer voor drie trimesters tegenaan gaan en natuurlijk aan al die Pito-plussers die het nu net als ik vanop respectabele afstand staan, zitten of liggen te bekijken. Wij kunnen er niks meer aan doen. Dat hoeft ook niet. Laat ze ook hier maar uit een ander vaatje tappen. Of zou 'oude wijn in nieuwe zakken' dichter bij de waarheid zijn? Ik vraag het bij gelegenheid wel eens aan een (of) andere 'oude zak'...